Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij hebben [den HEERE] tot toorn verwekt [44]met hun daden, zodat de plaag [45]een inbreuk onder hen deed. 44. Te weten, met het aanbidden van Baal-Peor en met de hoererij, die zij met de Moabietische vrouwen bedreven. 45. Dodende vier en twintig duizend mannen, Num.25:9, hetzij door een engel of anderzins. Immers zijn zij zeer spoedig omgekomen.